CULTUUR EN KUNST

Eeuwen van Europese beïnvloeding hebben natuurlijk hun sporen nagelaten in de Jamaicaanse manier van leven en de kunsten. In het straatbeeld is die invloed direct zichtbaar er wordt links gereden, kinderen spelen Cricket of Voetbal en do oudere publieke gebouwen hebben een onmiskenbaar Britse uitstraling. De afternoon tea is zeker op zondag en vrije dagen nog zeer populair in de midden- en hogere klasse.

Er zijn vooral in de grote steden nog authentieke pubs te vinden, en anders is er wel een bar waaraan het eind van de middag iedereen samenkomt om een pint in de vorm van een Red Stripe te drinken. Overal of het eiland kom je kostscholen tegen voor jongens en meisjes, vaak zelfs nog gescheiden van elkaar. Een vleugje Britse nostalgie tref je verder aan bij de paardenraces op Caymanas Park.

Minder zichtbaar, maar duidelijk aanwezig, is de invloed van het bestuurlijken gerechtsljik apparaat. In veel opzichten is dat een getrouwe kopie van dat in het voormalige koloniale moedsrland. De members of parliament (MP's) worden met alle egards behandeld en staan welhaast op een voetstuk. Dat geldt ook voor de rechters en andere functionarissen in het juistitieel en juridisch apparaat. Wie ooit een rechtszaak in Jamaica bijwoont, zal zich in Engeland wanen.

Het kleurrijke, vibrerende en spannende karakter van de Jamaicaanse cultuur is niet terug te voeren op de Britse invloed. Die is er slechts een onderdeel van. Wat zo fascinerend is, is de symbiose, het samensmelten van verschillende bevolkingsgroep, met hun eigen voorkomen, tradities en gebruiken.

Die gevarieerde cultuur is het best waar te nemen op the markt. Elke dag weer is dit een enerverend en boeiend oord, waar honderdenl mensen door elkaar krioelen. Hier zie je weinig Engeland, maar veel Afrika, China, India en Libanon. De bonte kleuren en spannende geuren, de talloze soorten tropische vruchten, de vele gezichten. Ze zijn één en tegelijkertijd heel verschillend. De vraag dringt zich op waar ze vandaan komen en wat ze ons vertellen. Als we ons Verdiepen in de godsdienst, de muziek en de andere kunsten, blijkt dat de ziel van de grote meerderheid van de Jamaicanen neit in Engeland maar in Afrika ligt.

AFRIKAANSE INVLOEDEN

In de kolonials tijd. deden de slavenhandelaren en plantage-eigenaren er alles aan om de Afrikaanse erfenis uit te bannen. Al tijdens de reizen van Afrika naar de plantages van het Caribisch gebie werden slaven van dezelfde stam van elkaar gescheiden. Op de plantage werd elke vorm van gemeenscappelijk bewustzijn onder de slaven krachtig onderdrukt. De slaven moesten Engels leren en er was speciale wetgeving die Afrikaanse religieuze rituelen verbood.

Ondanks alle repressieve maatregelen zijn de Afrikaanse invloeden tot op de dag zichbaar en merkbaar in de Jamaicaanse samenleving.Het duidelijkst zijn ze zichbaar in de religie en - natuurlijk - in de muziek. NAMEN Ondanks de verwijdering van hun oorsprongelijke taal bleven namen en begrijpen, maar ook legendes en verhalen uit Afrika voortleven in de slavencultuur. Plaatsen als Accompong (St. Elizabeth),Mocho Mountains (tussen Mandeville en May Pen) en Naggo Head (bij Portmore ten westen van kingston) zijn vernoemd naar bekende stammen in West-Afrika.

Plaatsen als Quaw Hill (aan de oostkust van St. Thomas) en cuffie Ridge (st. Ann), maar ook namen van beroemde slavenhelden als Cudjoe en cuffee verwijzen naar de traditie in West-Afrika om de kinderen te noemen naar de weekdag waarop ze worden geboren. Voor de jongens waren dat onder meer: Cudjoe op maandag, Quaco op woensdag, Quao op donderdag, Cuffee op vrijdag, Quashie op Zondag. Voor de Meisjes: Juba (maandag), Phibba (vrijdag),quashiba (zondag). In het patois is quashie een gek of dom persoon, putta-putta is modder, duppy is de geest (vaak voorkomend in de obeah).

ANANCY

Zwarte kinderen in Jamaica en op andere Caribische eilanden groeien op met de verhalen van de slimme en geestige spin Anancy. de avonturen van Anancy zijn te vergelijken met Nederlandse fabels. Anancy is zowel held als schavuit. Meestal zijn de verhalen moralistisch en krijgt Anancy, zo slim als hij is de kous op de kop. Maar de verhalen van Anancy hebben vaak ook een ondertoon van verzet. tegen de overmacht van grotere dieren moest de spin het doen met haar sluwheid en handigheid. In de tijd van de slavenij was Anancy de imaginaire held die het opnam voor de zwakkere broeders en die het er, ondanks de overmacht van de vijand, altijd goed van afbracht. Anancy was zodoende een metafoor voor de trots en onverzettelijkheid van de zwarte bevolking.

JUNKANNU

Rond kerstmis en nieuwjaar duikt de figuur van junkannu op (nu minder zien). Deze kleurrijke verschijning met een heel illuster gevolg wordt wel eens vergeleken met de Nederlandse Sinterklaas, maar dan in een Carabische versie. Over de oorsprong van junkannu, John Canoe of jonconnu - de naam wordt op vershillenden manieren gespeld - zijn de geleerden het niet eens. De figuuur zou gemodelleerd zijn naar een van de grote stamhoofden in West-Afrika ten tijde van de slaverij, die fantastisch goed kon dansen en dat deed tijdens speciale gebeurtenissen. De meeste gehoorde uitleg is dat junkannu een afstammeling was van slaven, die zich tijdens kerstmis al dansend en zingend door de straten begaf.

Kerstmis en nieuwjaar waren voor de slaven de enige min of meer vrije periode in het jaar. De opdracht van zo'n junkannu-band wordt meestal aangekondigd door fluitisten en drums van geitehuid. In het gezelschap van junkannu bevinden zich opvallende verschijningen als Pitch Patchy, Horse head en Cowhead. De eerste heeft helemaal verpakt in vreemde kledingflarden, iets weg van de Afrikaanse strijders die zich met bladered en takken camoufleerden. de laatste twee droegen een dierenschedel en horens, en waren een soort boemannen voor de kinderen.

RELIGIE

De Jamaicanen zijn over het algemeen een diep religieus volk. Dat blijk voorlal op zondag als overal groepjes volwassenen en kinderen in hun mooiste kleren naar de mis gaan. de parochie kerken zijn dan afgeladen. Behalve momenten van religieuze bezinning, zijn het ontmoetingsplaatsen waar de gelovigen samen muziek maken en zingen. Dit geld zeker ook voor de geheimzinnige ceremonies van de kumina - en pocominia-aanhangers rondom belangrijke gebeurtenissen en feestdagen.

De grootste kerkelijke gezindte op Jamaica is de anglicaanse kerk, gevolgd door de baptisten, methodisten en rooms-katholieken. Kleinere geloofsgenootschappen zijn de mormonen, de zevendedagsadventisten en de Assemblies of god. Het religieuze spectrum wordt gecompleteerd door joden, Hindoes en Chinezen met hun eigen geloofshuizen, ceremonies en feestdagen.

Een heel aparte plaats in de Jamaicaanse samenleving nemen de rastafari's of rasta's in. Het is meer een manier van leven dan eeen geloof. (Although some would disagree).

Eeuwenlang beleden de koloniale heren en hun slaven ieder hun eigen religie, totdat ij de 18de eeuw de baptistische en methodistische kerkgenootschappen zich verspreidden. Het spirituele karakter van deze nieuwe kerken sprak de slaven aan. De voorgangers van de non-conformistische kerken hadden oog voor de positie van de zwarte bevolking. sommigen kwamen zelf als slaaf eind 18de en begin 19de eeuw uit de Verenigde Staten mee met hun meesters. Ze hadden met eigen ogen gezien wat de Onafhangelijkheidsoorlog daar teweeg had begracht.

Ze interpreteerden de bijbel dan de koloniale machthebbers. Juist uit deze nieuwere kerkgenootschappen in Jamaica kwamen charismatische leiders als Samuel Sharpe en Paul Bogle naar voren. ze gingen hun broeders en zusters voor in de politieke en sociale emancipatiestrijd.

ZWARTE MAGIE

In de spirituele beleving van de zwarte Jamaicanen, vooral bij de bevolking in het binnenland, neemt magie een voorname plaats in. Zwarte magie, het geloof in magische krachten waarmee onheil kan worden afgewend en ziekte kan worden bestreden, vormt tevens de basis voor religieuze stromingen als kumina en pocominia. In de zwarte magie draait het om goede en kwade krachten, de myal en de obeah.

Het woord 'myal' is afgeleid van het Afrikaanse 'maye', dat tovenaar betekent. In Jamaica is deze tovenaar de bush doctor,die met zijn kennis van kruiden en planten mensen beter kan maken. waar de bush docter zuiver inwerkt op de goede krachten, roept de obeahman juist de kwade krachten op om anderen ongeluk en soms zelfs de dood te brengen. Vandaar dat obeah offivieel verboden is in Jamaica. Al sinds de slaverij trouwens, maar in die tijd werden alle rituelen die niets te maken hadden met het christendom, gezien als hekserij, ketterij en heidens.

De bush doctor heeft als geneesheer, zeker in de kleine dorpen in het binnenland van Jamaica, nog grote bctekenis voor de bevolking. Meestal gaan ze met een kwaaltje eerst naar hem of haar - want het kan ook een vrouw zijn - en dan naar de gewone dokter. De toenemende aandacht voor geneeskrachtige kruiden en planten leidt momenteel in Jamaiaca tot een herwaardering van de bush doctor.

Kumina is een vorm van voorouderverering met sterke Afrikaanse wortels. De term kumina is een samenvoeging van de Westafrikaanse woorden akom (bezeten zij) en ana (voorouders)· Behalve de geesten, de zombies, van de voorouders zijn er in de kumina talrike goden. De zombies en goden kunnen worden opgeroepen tijdens de ceremonie, die gepaard gaat met ritmisch getrommel, dansen en zingen. Als de deel nemers in extase raken, heeft de opgeroepen geest of god bezit van hem of haar genomen.

Ze geven kracht, helpen bij genezing en beschermen tegen onheil. Soms waarschuwen ze. De kumina speelt een belarlgrijke rol bij de zogenaamde rites de passage, zoals geboorte, pubertijd, huwelijk, ziekte en dood. In Jamaica is de kumina-traditie vooral sterk in het district St. Thomas. Groepen vrij Afrikanen uit Concgo werden daar na de afschaffing van de slavernij naartoe gehaald om het werk op de plantage te gaan doen. Congo geldt als het gebied in Midden-Afrika waar kunima is ontstaan. Pocomania Pocomana of pukkumina is de vermenging van het Afrikaanse spiritualisme, zoals bijvoorbeeld de kumina, en het christendom.

Behalve in aardse geesten geloven de aanhangers van pocomania in heiligen en de Heilige geest. Het ritueel gaat, net als bij kumina, gepaard met veel dansen enopzwepende muziek, en ook het gebruik van rum en ganja. Ook hier raakt men bezeten door de geestedn en heiligen.

RASTAFARI

De rastafari-beweging komt uit verzet tegen de bestaande samenleving. Rastafari gaat terug op de oerounde Afrikaanse tradities en laat het zwarte bewustzijn herleven.

In 1930 manifesteerden de eerste rasta's zich in de straten van Kingston. toen ging het om niet meer dan een handvol dreads, genoemd naar de eigenaardige manier waarop ze hun haar droegen en synoniem met rebellie tegen de gangbare normen. Ze zorgden voor nogal wat opschudding, niet allen door hun uiterlijk, maar ook door hun uitlatingen over het blanke ras, de superioriteit van het zwarte ras en de wens om zo snel mogelijk terug te keren naar Afrika.

De kroning van Ras Tafari Makonnen, achterkleinzoon van koning Saheka Selassie van Shoa, tot keizer Haile Selassie van Etiopië op 2 November van dat jaar, 1930, was het lang verwachte teken. De nieuwe keizer, die afstamde van de grote Etiopischekoningen uit het Oude testament, was de messias en het Opperste Gezag voor de ontheemde zwarte bevolking in de wereld. hij zou hen terugbrengen naar het Beloofde Land. Veel onbegrip en afwijzing viel hun ten deel.

De eerste rastafari's, die zichzelf noemden naar de adelijke titel van Haile Selassie, lagen voordurend overhoop met de autoriteiten. Confrontaties en conflicten kenmerkten de beginperiode van de beweging. De rasta's werden beschuldigd van subversie en revolutionaire praktijken en werden regelmatig veroodeeld vanwege het illegaal bezit en gebruik van ganja (marihuana). Nu is de beweging uitgegroeid tot een volkscultuur.

Het aantal actieve rasta's op Jamaica wordt geschat op meer dan honderdduizend, maar het aantal svmpathisanten is veel groter. De in- vloed op de cultuur is onmiskenbaar. Reggae, voor een belangrijk deel gebaseerd op de rastafari-ideologie, is een internationale muziekstroming geworden. Ook in andere cultuuruitingen zoals poëzie en dans zijn de invloeden van de rastafari-beweging terug tevinden. Het beroep op religie staat centraal in de rasta-ideologie de bijbel vormt het uitgangspunt voor geloof en dagelijks Ieven.

De meeste rasta's kennen de voor hen belangrijke passages als hun broekzak. 'beter en scotel groene waar liefde is, dan een vetgemeste os, met haat erbij (spreuken 15:17), als het gaat om hun dieet. 'Zij mogen op hun hoofd geen kale plek maken, de rand van hun baard niet afscheren...'(Liviticus 21:5), Waar het gaat om hun haardracht. Rasta's zijn overtuigd van de onafwendbare ondergang van Babvlon, voor hen synoniem met de westerse, blanke cultuur, zoals aangekondigd in de Apocalyps.

Tegenover de corruptie, decaden- te en immorele blanke beschaving stellen de rasta's een leefwijze die in overeenstemming is met het Oude Testament. Geen westerse consumptiebehoeften en dus geen koffie, vlees of alcohol. Wel ganja, dat zii zien als het kruid derwijsheid, zoals is te lezen in Psalm 104:14: 'Hij liet gras groeien voor het vee, en kruiden voor de mens.'

De diepe religieuze bewogenheid en het teruggrijpen op de bijbel hangen samen met de overtuiging van de rasta's dat de bijbelse traditie niet allen aan blanken toebehoort. Sterker nog, se verwerpen de 'blanke' interpretatie van de bijbel en zien die als een regigieuze arm van het kolonialisme. Eeuwenlang is de zwarte bevolking gehersenspoeld en voorgehouden dat ze geen culturele en religieuze traditie had, Afrika was een 'donker' werelddeel, zonder beschaving. Het beeld van God en Christus was door dat vooroordeel gekleurd ten behoeve van de rechtvaardiging van de slavernij.

De rasta's idealiseren Afrika en borduren voort op de ideeën van onder anderen Marcus Garvey, dat Afrika synoniem is met Etiopië en een rijke en machtige cultuur. Garvey sprak van de Afrikaanse 'verlossing', de uiteindelijke terugreis van alle Afrikanen naar hun Beloofde Land. De repatriëring naar het land van oorsprong als hoogste doel is tegenwoordig door de meeste rasta's verlaten.

De dood van Haile Selassie, de burgeroorlog cn de honger in Etiopië hebben daar zeker aan bijgedragen. Daardoor zijn de rasta-organisaties zich meer gaan richten op de Jamaicaanse samenleving en met name de positie van de arme en zwarte bevolking.

De invloed van de rastafari-beweging gaat veel verder dan de duidelijk herkenbare dreadlocks. Ook al hebben de rasta's met de symboliek en de scherpe aanklacht tegen de bestaande samenleving een grote aantrekkingskracht op de militante jongeren uit de getto's, rastafari is tegenwoordig meer dan een protestbeweging of subcultuur.

Veel toonaangevende mensen in kunst- en wetenschappelijke kringen, bij de media en zelfs politici zijn beïnvloed door de rasta-filosofie. De rastafari-beweging heeft het gevoel van eigenwaarde bij de Zwarte Jamaicaan versterkt. De rasta is trots op zijn ego, hetgeen wordt uitgedrukt in de taal die hij spreekt. Hij spreekt altijd in de eerste persoon. 'We' is 'I and I' gcworden.'l' benadrukt individualiteit, onafhankelijkheid en oorspronkelijkheid, in tegenstelling tot het op Jamaica ingeburgerde 'me' in de eerste persoon enkelvoud.

Vandaar dat I Is terug te vinden in veel woorden die in de rasta-taal zijn verbogen: 'I-rie' is 'good' of Positive: 'I-tal' staat voor 'natural' of 'vital', 'divine' wordt 'I-vine', 'brother' wordt 'I-bro'. MUZIEK Jamaica's visitekaartje is de reggae met Bob Marley als de ongekroonde koning. maar voorafgaand daaraan maakten andere Jamaicaanse muzikanten al furore, zoals Jimmy Cliff en Desmond Dekker. In de ontwikkeling van de Jamaicaanse muziek is de Afrikaanse oorsprong hoorbaar en voelbaar. Mento was de populaire muziek in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Afrikaanse ritmes en melodieën van andere Caribische muziekstijlen als rumba (Cuba), merengue (Dominicaanse Republiek) vooral Calypso (Trinidad) vermengden zich tot luchtige dansmuziek. De mento werd gespeeld met banjo of gitaar, tamboerijn, schraper en een ritmebox. Er werd op gedanst bij bezondere gebeurtenissen en bij feesten zoals junkannu. Mento is folklore geworden en is nog vaak te beluisteren in de toeristenhotels tijdens speciale shows.

De Jamaicaanse versie van de calypso, de soca, met een iets sneller ritme, is tegenwoordig erg populair in de disco. In de jaren viiftig luisterden jonge Jamaicanen vooral naar de rhythm and blues uit de Verenigde Staten. Creatieve muzikanten in Kingston brouwden daar een eigen variant van, die deels geba- seerd was op de mento, en ook steeds meer jazzkenmerken in zich kreeg. Zo ontstond de ska, met een snellere beat, waarop lekker gedanst kon worden.

De ska, waarmee de Skalites onder meer naam maakten, introduceerde blaasinstrumenten, de piano en de elektrische gitaar in de Jamaicaanse muziek. Geleidelijk aan ontwikkelde de ska zich tot rock steady met een stevig basritme. Desmond Dekker scoorde in 1969 een wereldhit met 'Israelites', maar vooral de ster van Jimmy Cliff schoot als een komeet omhoog.

Velen zien hem als de voorloper van de grote reggae-artiesten. Bekende hits van Cliff als 'Wonderful world (Beautiful People)' en 'You Can Get It If You Really Want It' zijn op het repertoire van andere grote muzikanten te vinden. Jamaica werd ontdekt door de internationale muziekbusiness. Het bedje was gespreid voor de reggae.

REGGAE

Het is inmiddels dertig jaar geleden dat vier jongens uit Trench Town, een van de krottenwijken in Downtown Kingston, hun eerste serieuze bandje oprichtten. Junior Brathwaite, Peter (Tosh) Macintosh, Bunny (Wailer) Livingston en Robert Nesta Marley, noemden zich de Waiiling Rude Boys, later ingekort tot de Wailers. Ze vertolkten de gevoelens en ideeën van de getto-jeugd in Jamaica.

Het was de tijd van de Rude Boys, de militante jongeren uit de krottenwijken die protesteerden tegen de economische en mentale onderdrukking van de zwarte meerderheid in Jamaica, Met relletjes, plunderingen en schietpartijen daagden ze de status-quo uit. De muziek van de Wailers werd in de beginperiode door de autoriteiten verboden. Ze vonden deze subversief en opruiend. Daarom werd ze bij de radio gewecrd; daar bleef het de geïmpor- teerde Amerikaanse en Engelse muziek die de toon zette.

Inmiddels is er veel veranderd. Reggae is een internationale muziekstroming geworden. Jamaica, en vooral Kingston, is vooral de reggae geworden wat Nashville is voor country-and-western. Er is een eigen platenindustrie en er zijn gerenommeerde studio's die zich hebben gespecialiseerd in reggae. Internationale reggaesterren als Peter Tosh, Burning Spear, Bunny Wailer, Gregory Isaacs, Freddie McGregor en de band Third World zijn in die studio's hun carrière begonnen.

BOB MARLEY

Het is vooral Bob Marley geweest die de reggae en de boodschap ervan over de wereld verspreidde. Marley gaf de reggae een commerciëler, rock-achtiger jasje, wat mischien ten koste ging van de oorspronkelijkheid maar de toegankelijkheid vergrootte. Robert Nesta Marley werd op 6 februari 1945 geboren in Nine Miles, een plaatsje in het binnenland van St. Ann. Hij was zes jaar toen zijn ouders scheidden.

Met zijn moeder Cedella Malcolm vertrok hij naar Trench Town, toentertijd een gewone woonwijk in Kingston. Marley was al meteen gepakt door de swingende muziek die overal te horen was. Hij en zijn moeder woonden in huis bij Bob's beste vriend Bunny Wailer. Samen schreven ze hun eerste teksten. Ze speelden op Zelfgemaakte instrumenten. Toen Peter Tosh zich bij hen voegde, ontstond het idee om een bandje op te richten.

Ze produceerden een aantal nummers voor lokale studio's, totdat ze via Lee Perry, een lokaa1 bekende producer, bij Island Record! terechtkwamen. Samen met Perry en 'Island'-baas Chris Blackwell schaafden ze aan hun stijl. Er kwam meer vaart en meer beat in de muziek. De doorbraak kwam in 1973 met het album Catch a Fire. De plaat was nog niet eens zo'n commercieel succes, maar de critici waren lovend. Inmiddels werd de groep verscheurd door interne spanningen, die ertoe leidden dat de groep na haar tweede album, 'Burnin', uit elkaar viel.

Bob Marley ging alleen verder met de Wailers als begeleidingsband. Aan Hope Road in Kingston bouwde hij zijn eigen studio. Nummers van 'Burnin' als 'Stir It Up', 'I Shot the Sheriff', en 'Get Up, Stand Up' werden de bekendsten in Marley's oeuvre. De volgende albums Natty Dread en Rastaman Viibration werden opnieuw best-sellers, De zeggingskracht van Marley had alles te maken met hetgeen Muziek voor hem betekende.

Muziek en het dageliikse leven waren voor hem èèn. Daarom werd zijn muziek een aanklacht tegen onrechtvaardigheid en een pleidooi voor de emancipatie van de zwarte bevolking. Marley was een overtuigd rasta, iets wat in menig nummer doorklinkt. Hoewel Bob Marley boven de politieke partijen in Jamaica bleef staan, werd hij ook het slachtoffer van politiek geweld.

In de bloedige verkiezingsdagen van 1976 werd er in Tuff Gong een aanslag op hem gepleegd, die hij als door een wonder overleefde. Bob Marley stierfaan een hersentumor. Zijn begrafenis op 21 mei 1981 was als van een Staatshoofd. Toen bleek dat zijn figuur op Jamaica bijna goddelijke proporties had aangenomen. Hij heeft inmiddels een standbeeld bij het National Stadium.

PUIKE ZANGERS

De reggae is na de dood van Bob Marley nog steeds springlevend. Vooral Peter Tosh en Bunny Wailer waren aanvankelijk de bekend- ste sterren. Tosh werd in 1987 vermoord in zijn huis.

Onder de bezielende leiding van Rita Marley begeeft ook de familie van Bob zich nog altijd op het muzikale pad. Zoon Ziggy is zijn vader opgevolgd als bandleider, maar spreekt toch niet zo tot de verbeelding als zijn vader deed.

Tal van jongeren zien in de muziek de enige kans om de uitzichtloze situatie in de sloppen te ontvluchten. Maar de concurrentie is groot en ook de jaloezie. Een echte carrière in de muziek is voor weinigen weggelegd. 'Muziek is_een manier om de ellende te vergeten. Heb je niets te doen, dan is er altijd wel ergens een session, een armeluisdisco. Voor ons DJ's is het een manier om het getto te ontstijgen.' Mr. Chin, Haron Man en Mr. German zijn drie jonge discjockeys uit Waltham Park, een sloppenwijk in West-Kingston.

Ze wachten in een van de vertrekken van Tuff Gong International, de studio die opgezet is door Bob Marley zelf en nu wordt geleid daar zijn vrouw. Aan de wanden prijken talrijke foto's van beroemde reggae-sterren; natuurlijk de meeste van Bob zelf. Sinds de Tuff Gong Studio's naar West-Kingstonn verhuisd, zijn de drie DJ's regelmatig in de buurt te vinden, net als talloze andere jonge Jamaicanen. Ze hopen daar ooit een Plaatje te kunnen maken.

`Alleen met een organisatie achter je kun je iets bereiken. Buitenlanders komen naar Jamaica om de artiesten te zien die de reggae-boodschap over de wereld verspreid hebben, maar wij zelf kunnen de entreebewijzen voor de concerten niet betalen. Wij willen nu ook mee profiteren van de roem en de steun in de rug,' verduidelijkt Mr. Chin.

Mr. Chin, Harron Man en Mr. German zijn de toasters in hun Wijk. Ze hebben hun eigen installatie, twee pick-ups, een versterker met mengpaneel en vier enorme boxen, die ze zelf gebouwd hebben. Hun teksten hebben betrekking op het alledaagse leven in het getto. `Op inspiratie hoeven we niet lang te wachten,' zegt Mr. Chin.

`De situatie in het getto is slechter dan ooit. De meerderheid van de jongeren heeft geen werk, terwijl het leven steeds duurder wordt. De "politricks" van de regering hebben het leven voor de gewone Jamaicanen onmogelijk gemaakt. Muziek is de way-out voor de gettojeugd, het alternatief voor het politieke geweld en de criminaliteit. Mr. German voegt daaraan toe: `Yellowman en tal van andere artiesten komen uit het getto. Reggae betekent nog altijd "commin from the people".'

De drie DJ's uit Waltham Park hebben hun beste nummers nu op een bandje gezet en hopen dat een van de studio's in Kingston er wat in ziet.Maar het is moeilijk, want de concurrentie is groot. Mr. German: `Iedereen wil iets voor zichzelf hebben. Als je iets hebt, kweekt dat agressie bij de anderen. Iedereen wil dan een deel, "a Piece of the meal". Vechtpartijen en jaloezie ziju in het getto de keerzijde van het succes.'

STRAATPOËZIE

Razend populair orldsr de gettojeugd, maar in middels ook buiten de getto, is het rappen of toasten. In de meeste gevallen doet de disc-jockey dit zelf. De muzikale versie van een nummer voorziet hij ter plekke van eigen teksten in het patois, het Jamaicaanse dialect. De teksten zijn aan het dagelijkse leven ontleend. De uitzichtloosheid van het bestaan, maar ook de hoop, de erotiek en de religie vormen een geliefde inspiratiebron.

Discjockeys hebben in Jamaica altijd een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van nieuwe muziekstijlen. In de jaren veertig trokken ze met hun mobiele discotheken langs de dorpen en de suikerplantages. Tegelijk brachten ze belangrijk nieuws over aan de bevolking.

Volgens ingervijden grijpt men bij dit gebruik terug op de talking drum-traditie uit West-Afrika. Daar werden gervoonlijk verhalen verteld onder begeleiding van ritmisch getrommel.

Bekende Jamaicaanse rappers van dit moment zijn Ninja Man, Shakka Demus en pliers Bubbelar Ranks en Shaba Ranks. de laatste is weer sterk beïnvloed door de Amerikaanse hip-hop.

Winston Foster, beter bekend als Yellowman, een albino, was een van de populairste rappersvan de 1980's in Jamaica. Er gaat geen groot muziekfestijn voorbij of King Yellowman is de absolute uitsmijter. Voor zijn vunzige teksten is hij diverse keren van de radio verbannen, maar de gewone Jamaicanen gaan erbij uit hun bol. Yellowman is de koning van de rappers.

BLOEIENDE KUNSTEN

Eigenlijk is het niet zo vreemd, dat uit een kleurrijk en uit- bundig volk als de Jamaicanen met een mengelmoes aan cultuur- invloeden nogal wat artistieke talenten voortkomen. Jamaica als cultureel hart van de Engelstalige Caribische regio; de Jamaicanen zullen het natuurlijk beamen. Maar het is opvallend hoe rijk en Sevarieerd het culturele leven er is. Het hoogtepunt van het cultureel seizoen valt in de zomer. Terwijl op andere eilanden in de Caribische regio carnaval wordt gevierd, staat Jamaica in het teken van Reggae SunSplash, Reggae SunSplash en het Festival.

Op Reggae SunSplash in juli komcn liefhebbers uit de hele wereld drie dagen bijeen om te luisteren naar oude en nieuwe sterren. Vroeger werd SunSplash in Montego Bay georganiseerd, maar de belangstelling werd te Sroot en er was onenigheid in de organisa- tie. Eerst week men naar Kingston uit en nu vindt het reggae-feest plaats op een nog grotere locatie aan de noordkust. In Montego Bay wordt nu ieder jaar in augustus Reggae SunSplash georganiseerd, iets kleiner maar met meestal goede artiesten.

De apotheose van het culturele jaar is het Festival, in de weken voorafgaand aan de Onafhankelijkheidsdag op 6 augustus. Op verschillende plaatsen worden toneelstukken opgevoerd, zijn muziek- of dansvoorstellingen of exposeren beeldende kunstenaars hun Werkstukken. Het centrum van de activiteiten is Kingston, waar amateur-kunstenaars die de voorondes zijn doorgekomen, elkaar ontmoeten in de finales. Aan deze culturele competitie doen vooral scholen mee. Jamaica met zijn fascinerende en idyllische landschappen heeft altijd Kunstenaar van over de hele wereld aangetrokken. Beroemde schrijvers, zangers cn filmacteurs deden het eiland aan om te genieten van de paradijselijke natuur en de vriendelijke rnensen. Sommigen vestigden zich een tijdje op Jamaica en gebruikte het eiland als inspiratiebron voor nieuw werk.

De Jamaicaanse kunstenaars die eerder in de 20ste eeuw naam maakten, zijn sterk beïnvloed door de artistieke stromingen in de Verenigde Staten en Engeland. Excentriekelingen als John Dunkley (1881--1949), een Kapper uit Kingston met een heel eigen stijl, werden in hun eigen tijd nauwelijks begrepen. De 'primitieve' afbeeldingen, vaak met de vreemdste details en proporties, waren zo 'on-Europees'. Tegenwoordig zijn de schilderijen van Dunkley niet meer te betalen.

Na de onafhankelijkheid werd veel meer teruggegrepen op de oorspronkelijke thema's en tradities van de gemengde bevolking. Sindsdien blijkt hoe virtuoos Jamaiiaanse kunstenaars Kunnen zijn. Door ren progressief cultuurbeleid, vooral vanaf de jaren zeventig, wordt gep- robeerd jonge mensen met aanleg voor verschillende vormen van kunst te stimuleren. Daavoor is onder meer in 1976 het Cultural Training Center opgericht.

In het centrum zijn opleidingen voor schilderkunst, muziek, dans en toneel samengebracht. Het is een broedplaats van talent geworden. Dat blijkt telkens weer op de Annual National Exihibition in ne wintermaanden in de National Gallery of art in Kingston. Dit is een speciale tentoonstelling waar jonge kunstenaars hun werk presenteren.

Een groot inspirator voor de Jamaicaanse kunsten is Edna Manley, (nu dood). De vrouw van National heroe Norman Manley en de moeder van de voorafgaande premier Michael. Zelf is ze geen onverdienstelijke kunstenares.

THEATER EN DANS

Er zijnl weinig eilanden van hetzelfde formaat die zich kunnen beroepen op het in huis hebben van een internationaal erkend dansinstituut. De National Dance Theatre Company of Jamaica, kortweg NDTC, heeft zo'n reputatie. Niet allen in de regio, maar tot ver daarbuiten in alle delen van de wereld heeft het danstheater zalen in vervoering gebracht. De NDTC heeft zijn thuisbasis in het Little Theater in Kingston.

Het ensemble bestaat uit dansers, zangers en musici en speelt stukkenl die gebaseerd zijn op de Jamaicaanse gescheidenis en het alledaagse leven. De ene keer staat het leven in het getto centraal, de andere keer wordt terruggegrepen op kumina of andere Afrikaanse rituelen, of op de rasta-cultuur. Het theatherstuk Court of Jah is bijvoorbeeld helemaal gewijd aan de muziek van Bob Marley. De choreografieën zijn geëint op een mengeling van inheemse, klassieke en moderne invloeden.

Toonaangevend figuur achter de NDTC is professor Rex Nettleford. Vanaf het hegin, in 1962 ten tijde van de onafhankelijkheid, heeft hij het danstheater als directeur en choreograafleiding gegeven.

Echt volkstheater is de Jamaicaanse 'pantomime'. In tegenstelling tot het gebarenspel, zoals wij dat kennen, is pantomime een levendige, muzikale voorstelling met teksten in het patois. Er worden toespelingen gemaakt op het sociale leven en op de politiek. De rollen zijn overduidelijke karikaturen uit de Jamaicaanse samenleving.

De oorsprong van de pantomime gaat terug tot de tijd van de Jamaican Little Theatre Movement, het oudste theatergezelschap in het Caribisch gebied. Dit gezelschap voerde klassieke sprookjes op, zoals de Schone Slaapster en Assepoester. Later werdem meer figuren uit de eigen volkscultuur als uitgangspunt gebruikt, zoals de slimme zwarte spin Anancy.

Het Ward Theatre in oud Kingston is het mekka van de pantomime. Gedurende de laatste twee Week in december is het seizoen begonen en wordt het nieuwste stuk gespeel op 27 december elk jaar. Voor kostuum- en decoront- werpers, componisten en regisseurs is het zo'n beetje de hoogsten eer om mee te mogen werken aan deze nationale pantomimevoorstelling,

Vanuit heel Jamaica komen jong en oud, arm en rijk dan naar de ` Ward' om zich te vergapen en te verkneukelen, mee te lachen en mee te swingen met het nieuwste patomimespektakel.

SPORT

Als wij horen over Jamaicaanse sporters, gaat het meestal over atletiek en in het bijzonder hardlopen. De bekendste atleet afkomstig uit Jamaica is Donnovan Bailey, die echter voor Canada liep. Ook Jamaicaanse atletes spreken een aardig woordje mee op de korte afstanden, zoals de wonderschone, maar dikwijls op het beslissende moment falende Merlene Ottey.

Voetbal komt eraan op het Caribische eiland. Vooralsnog zijn de Jamaicaanse voetballers meer artiesten met de bal dan doelgerichte teamspelers, maar in de laatste jaren gaat beter.

De nationale sport op dit eiland is, net als in de overige voormalige Britse koloniën in de regio, cricket. Het spel heeft veel weg van honkbal en is in het Caribische gebeid in de koloniale periode door engelsen geïntroduceerd. pas sinds de jaren dertig wordt de sport volop beoefend door zwarte inwoners van de eilanden. en met succes, want al enkele decennia draait het gezamenlijke westindische team mee in de wereldtop.

Hoogtepunt in het seizoen is de ontmoeting tussen de twee beste teams van de wereld. De Westindiërs tonen zich daarin regelmatig de meerdere over landen als Australie, Nieuw-Zeeland, India, Pakistan en Zuid-Afrika. Maar toch blijft de absolute sensatie als de winst wordt behaald op het voormalige 'moederland' Engeland.

De interlands tussen de Caribische landen onderling doen de nationale gevoelens altijd hoog oplopen. Tijdens wedstrijden tegen Trinidad en Barbados willen de gemoederen nogal eens verhit raken. In Sabina Park, het cricketstadion van Kingston, is het dan tjokvol en over het hele eiland zitten de fans aan de buis gekluisterd. De tijd tussen de acties op het veld wordt gedood met de nodige hapjes en drank.

Jamaica heeft vermaarde cricketspelers voortgebracht, vaak mannen uit de armere buurten, die door hun successen uitgroeiden tot de idolen van hun generatie. Zo'n idool was George Alphon- so Headley. Hij had een vader uit Barbados, maar groeide op bij zijn moeder in Jamaica. In de jaren dertig maakte hij furore in het Jamaicaanse en Westindische cricket. Voor velen is Headley de beste slagman die deze regio ooit heeft voortgebracht. Op de wereldranglijst aller tijden hoort hij met een gemiddelde van 60,83 runs per inning tot de top-tien.

Legendarisch is de wedstrijd die hij eens met West-Indië in Londen speelde tegen de torenhoge favoriet uit die dagen, Engeland. Headley kreeg de handen van de verwende en hooghartige Engelse toeschouwers op elkaar voor twee centuries - een century staat voor honderd of meer runs in enn inning - in een wedstrijd. De score van de Jamaicaan in zo'n beladen wedstrijd en op de 'heilige' cricketgrond van het Lord's stadion geldt nog altijd als uniek.

De roem van George Alphonso Headley en andere toppers van het cricket in Jamaica is een enorme stimulans voor de sport geweest. Het cricket op clubniveau heeft zich de laatste tientalen jaren sterk ontwikkeld. Regelmatig breken er nieuwe talenten door, die het brengen tot in het Westindische team en internationale bekendheid. Dat spoort jongeren weer aan het spel te spelen, want cricket op topniveau biedt status en welstand. Het is voor zwarte Jamaicanen, naast muziek, een van de weinige mogelijkheden om uit de vicieuze cirkel van de armoede te breken.

Daarom is er tot in de verste uithoeken van het eiland wel een veldje of een erf te vinden waar jongens met provisorische wickets en bats proberen de meeste runs te scoren.


Return to my Homepage

More About Jamaica

Bezoel naar Het GALLERY van Jamaicaanse foto's

Get Your real HOT Jamaican Recipe

Caribbean Travel forum (you can also participate).